![]() |
|
|||||
Grote verschillen tussen scholen bij basisvaardigheden taalUit een onlangs gepubliceerd inspectieonderzoek naar de basisvaardigheden taal in het basisonderwijs blijkt dat bij scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie de taalprestaties van leerlingen aan het einde van de basisschool grote verschillen vertonen. 23 apr 2008 De inspectie heeft onderzocht wat het niveau is van de taalvaardigheid van leerlingen aan het einde van de basisschool. Daarnaast is gekeken waarin scholen met zwakke, gemiddelde en goede taalresultaten aan het einde van de basisschoolperiode van elkaar verschillen. De inspectie heeft hiervoor gebruikgemaakt van de beschikbare eindtoetsgegevens van ongeveer 5000 basisscholen over de periode 2003 tot en met 2007, en de door basisscholen gebruikte tussentijdse taal- en leestoetsen en de gegevens van het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). De analyse laat zien dat er grote verschillen zijn bij de taalprestaties van scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie. Van de scholen wordt 12 procent beoordeeld als taalzwak (de prestaties van de scholen zijn duidelijk lager dan het gemiddelde van vergelijkbare scholen), 18 procent van de scholen is taalsterk en 70 procent scoort dus gemiddeld. De inspectie geeft aan dat de verschillen tussen scholen voor een deel zijn toe te schrijven aan de samenstelling van de leerlingpopulatie, maar niet alleen daaraan. Taalzwakke scholen scoren op meerdere aspecten beduidend minder dan taalsterke scholen. Ze scoren slechter op onderdelen als didactisch handelen, tijdsbesteding, actieve rol van de leerlingen, leerlingenzorg, leerstofaanbod en het effectief gebruik maken van toetsgegevens om het onderwijs waar nodig bij te stellen. Taalsterke scholen doen het op die punten veel beter, ook als het gaat om taalsterke scholen met veel achterstandsleerlingen. Die scholen doen het veel beter dan taalzwakke scholen zonder achterstandsleerlingen. Opvallend is dat de scholen op het aspect kwaliteitszorg, met uitzondering van het aspect analyseren van de opbrengsten, veel minder van elkaar verschillen. De inspectie gaat dit jaar onderzoeken welke kenmerken van het taalonderwijs de verschillen in prestaties zouden kunnen verklaren. Naar verwachting zal dit onderzoek meer inzicht geven in de samenhang tussen taalprestaties en de inrichting van het onderwijsleerproces. Het inspectierapport voorziet in de aanscherping van de analyse dat er bij veel scholen nog een wereld te winnen valt als het gaat om taalprestaties. Dat taal en rekenen in het primair onderwijs prioriteit verdienen is eerder al vastgesteld in de Kwaliteitsagenda primair onderwijs Scholen voor morgen, die op 28 november 2007 naar de Tweede Kamer is gestuurd. Samen met het advies van de Expertgroep Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen biedt het inspectierapport concrete handvatten om het opbrengstgericht handelen van leerkrachten ten aanzien van taal en rekenen te versterken. Nu de taalsterke en taalzwakke scholen zijn geïdentificeerd, zullen scholen voor zover zij niet al deelnemen rechtstreeks worden uitgenodigd mee te doen aan de succesvolle benadering van de taalpilots. Daarbij kunnen scholen van elkaar leren en van taalzwakke, taalsterke scholen worden. http://www.onderwijsinspectie.nl/nl/home/naslag/Alle_publicaties/Basisvaardigheden_taal_in_het_basisonderwijs Zie ook: |
||||||
|