Unicef vraagt $635 miljoen voor noodhulp in 2007

Vandaag verschijnt Unicef's 'Humanitarian Action Report 2007'. Dit rapport geeft jaarlijks een overzicht van Unicef's noodhulpprogramma's en de financiële steun die wordt gevraagd om de programma's volledig te kunnen uitvoeren. Voor 2007 vraagt Unicef $635 miljoen voor levensreddende hulp aan kinderen en vrouwen in 33 crisislanden, variërend van Sudan tot Haïti, Eritrea en de Centraal Afrikaanse Republiek.

29 jan 2007

Ongeveer een vijfde van het totaalbedrag, $121 miljoen, is nodig voor hulp aan kinderen in Sudan, waaronder ook de hulp in de regio Darfur valt. Voortdurende conflicten en onveiligheid in deze regio hebben de levens van ongeveer 4 miljoen mensen ontwricht, waaronder 1,8 miljoen kinderen. Van de 2 miljoen mensen die hier door het geweld hun huis moesten ontvluchten, is de helft een kind.

Wereldwijd worden miljoenen mensen getroffen door humanitaire rampen. Rampen die niet allemaal de aandacht krijgen die Darfur krijgt. Kinderen in Colombia worden door geweld gedwongen hun huizen te verlaten of de wapens op te pakken. Hiv en aids, armoede en een gebrek aan voedsel zorgen ervoor dat kinderen in Zimbabwe in een van de meest arme landen van de wereld wonen. Kinderen uit Tsjaad zijn gevlucht om te vechten in aangrenzende landen, of in hun eigen land. Unicef's 'Humanitarian Action Report 2007' geeft een overzicht van alle noodhulpprogramma's van Unicef in 33 crisislanden.

"Aan veel van de crisisgebieden waarin Unicef werkt, wordt geen aandacht besteed omdat ze door het publiek niet langer worden gezien als noodsituatie", zegt Dan Toole, verantwoordelijke voor Unicef's noodhulpprogramma's. "Voor kinderen houdt een crisis echter niet op wanneer media er geen aandacht meer aan besteden. Zolang er voor kinderen een humanitaire crisissituatie blijft bestaan, blijft Unicef helpen." De gebieden waar dringend financiële steun voor nodig is, zijn onder andere:

• Sudan: Naast de bovengenoemde problemen kampt Sudan nog altijd met de gevolgen van het conflict in het Zuiden. Na de ondertekening van het Vredesakkoord in 2005 keerden 240.000 mensen terug naar hun eigen dorpen, wat een enorme druk legt op deze toch al kwetsbare gemeenschappen.
• De Hoorn van Afrika werd in 2006 eerst getroffen door droogte, toen overstromingen en ten slotte door oorlog. Schaarste en overstromingen zijn voor de bevolking een jaarlijks terugkerend probleem. Het conflict tussen de, door Ethiopië gesteunde, interim-regering van Somalië en de milities verenigd in de Unie van Islamitische Rechtbanken maakte dit alles voor hen nog moeilijker.
• In Centraal en Oostelijk Europa en het Gemenebest van Onafhankelijke Staten worden verschillende landen getroffen door onveiligheid, schade aan de sociale en economische infrastructuur en zwakke of ingestorte bestuursstructuren.
• In Zuid-Azië leeft het grootste aantal kinderen in absolute armoede. Het kent het grootste aantal kinderen met ondergewicht en de kindersterfte is hier wereldwijd gezien het hoogst.
• Oost-Azië en de Pacific, herstellende van de tsunami in 2004, kende in 2006 een toename van rampen in aantal en omvang. Het gebied werd getroffen door aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, tyfoons, hevige regenval en overstromingen. Gewapende conflicten zorgden voor verdeeldheid en voor ontheemden en doden in de regio, waarbij vrouwen en kinderen het zwaarst werden getroffen.
• In het Midden-Oosten en Noord-Afrika heeft de situatie in Irak een overheersende invloed. De nasleep van de oorlog in Libanon en het geweld in de bezette Palestijnse Gebieden hebben een voortdurende impact op de levens van jonge mensen.

In 2006 haalde Unicef $513 miljoen op voor hulp in 53 noodsituaties en crises. Daarmee was voor 49% aan de totale financiële vraag van Unicef voldaan.